Epileptische aanvallen

Er zijn verschillende epileptische aanvallen. Hieronder worden de meest voorkomende aanvallen uitgelegd en verteld wat je kan doen vooraf aan een aanval en hoe ze eruit zien.

 

 

 




Eenvoudige partiële aanvallen;

  • Kleine aanvallen bestaande uit kleine samentrekkingen van de spieren, iets zien/voelen/ruiken wat er niet is of het zien van flikkeringen.
  •  De omgeving heeft vaak niet door dat deze aanval plaats vind.
  •  Iemand is tijdens deze aanval geheel bij bewustzijn.
  • De omgeving hoeft bij deze aanvallen niet in te grijpen omdat ze heel klein en onschuldig zijn.

Complex partiële aanvallen;

  •  Het bewustzijn is verlaagd.
  •  Iemand kan rond gaan lopen, aan dingen friemelen of plukken en wartaal praten.
  •  Bij deze aanval hoeft de omgeving de persoon alleen in de gaten te houden om te kijken of de aanval niet verergert.
  • In geval van verergering gaat het over in een tonisch-clonische aanval, daar leest u hieronder meer over.

Absence aanval;

  •  Iemand is afwezig en niet aanspreekbaar voor korte duur
  • De activiteit waar iemand op dat moment mee bezig is kan voortgezet worden of stoppen, afhankelijk van de aanval.
  •  De omgeving kan bij deze aanval niks doen.

Tonisch-Clonische aanval;

  •  Tonisch betekend verstijven.
  •  Clonisch betekend schokken.
  • Bij deze aanval verstijfd iemand eerst en begint daarna hevig te schokken.
  •  Tonisch en clonisch kunnen ook als aparte aanvallen voorkomen. Dan verstijfd iemand alleen of begint iemand alleen te schokken.
  • Deze aanval kan een paar minuten duren.
  •  Iemand is buiten bewustzijn en weet er achteraf niks meer van af.
  •  De omgeving moet kalm blijven, erbij blijven, bijhouden hoelang de aanval duurt, voorwerpen verwijderen die de persoon kunnen bezeren en de persoon laten liggen en vanaf blijven.

Myoclone aanval;

  • Kleine kortdurende schokjes in het hele lichaam.
  •  Er komt een korte bewustzijn stoornis bij kijken.
  • Iemand hoeft er niks van te merken.
  • Hierbij kan de omgeving niks doen.

Valaanval;

  • Iemand verslapt en valt als een lappenpop op de grond.
  •  Er is een totaal verlies van bewustzijn.
  •  Iemand kan zich deze aanval achteraf niet meer herinneren.
  • De omgeving kan deze persoon in stabiele zijligging leggen.