De ziekte van Crohn

Wat is de ziekte van Crohn?  

  • De ziekte van Crohn is een chronische darmontsteking. Er is sprake van een onophoudelijke ontstekingsactiviteit van het darmslijmvlies. 
  • In voeding zitten antigenen waar het darmvlies mee te maken heeft. Bij de ziekte van Crohn keert het afweersysteem zich tegen eigen weefsels en organen, alsof het schadelijke binnendringers zijn, dit zijn de antigenen. In een gezonden toestand kan het afweersysteem zien aan een antigeen of een cel wel of niet bij het lichaam thuis hoort, maar bij de ziekte van Crohn wordt dit niet meer onderscheiden. 
  • De ziekte tast alle lagen van de darm aan, waardoor littekens, verklevingen en vernauwingen kunnen ontstaan. Als gevolg                                                    hiervan kan darm obstructie ontstaan. 

 

Wat kunnen bijkomende problemen zijn? 

Schaamte
Schaamte speelt bij de ziekte van Crohn een grote rol. Het is voor de patiënt niet fijn om te praten over ontlasting

Onbegrip
Patiënten hebben het idee dat ze niet worden begrepen door anderen.

Beperkt
Ook worden de patiënten veel beperkt in het dagelijks leven. Zo moeten ze altijd met veel dingen rekening houden. Bijvoorbeeld dat er altijd een toilet in de buurt moet zijn.

Vermoeidheid
Vermoeidheid speelt ook een grote rol. Het lichaam moet harder werken tegen de ontstekingen en andere symptomen van Crohn, waardoor er automatisch veel energie verloren gaat aan de bestrijding hiervan. Ook worden er minder voedingsstoffen opgenomen waardoor vermoeidheid optreed.

Stoma als verlichting
Het kan ook voor komen dat patiënten een stoma krijgen. Dit kan voor sommige patiënten een hele verlichting zijn, omdat het namelijk de pijn volledig kan wegnemen en de medicatie kan worden verminderd of weggenomen

Rekening houden met voeding
Er zijn veel mensen die gewoon alles kunnen eten. Toch zijn er een aantal voedingsmiddelen waar patiënten rekening mee moeten houden en dit kan best vervelend zijn.

Gasvorming
De volgende voedingsmiddelen moeten worden vermeden: als knoflook, kool, koolzuurhoudende dranken, onrijp fruit, peulvruchten en prei.
Een patiënt kan het beste energie en eiwitrijk, maar relatief vetarme voedingsmiddelen nemen.